top of page
  • marsoulsara

Leerkrachten Nederlands: de schaarse dinosaurussen van de 21ste eeuw

Bijgewerkt op: 21 dec. 2022

Dat er nog amper jonge mensen te vinden zijn die Nederlands willen studeren, heeft grote gevolgen. Zo schreeuwen scholen om leerkrachten Nederlands en vinden bedrijven geen taalexperten meer. Zo lang we onze opleidingen niet aantrekkelijker en bijdetijdser maken, zal die trend zich alleen meer voortzetten (Peuteman, 2022, p. 39).

Krijg je het al warm?

Zo begint het artikel over de schaarsheid van studenten Nederlands in het tijdschrift Knack. Tja, ik wist wel dat leerkracht Nederlands niet op de grote lijst der sexyste beroepen stond, maar dat het zo alarmerend was, had ik tot hier toe niet in de gaten. De bovenstaande quote komt van professor Nederlandse literatuur Yves ’T Sjoen. Om eerlijk te zijn weet ik niet hoeveel hoop op modernisering ik moet vestigen op iemand die het woord ‘bijdetijdser’ in zijn interview laat vallen.


Wat betekent dat dan juist: ‘de opleiding aantrekkelijker maken’? Ik betwijfel of de proffen statistiek elk jaar rond de tafel gaan zitten om te bekijken hoe ze de opleiding Handelswetenschappen een pikante twist kunnen geven. En toch hebben dat soort opleidingen veel kandidaten. Hoe komt het dan dat het Nederlands zo onpopulair is? Het is een taal die we in België en Nederland elke dag spreken en waar we continu mee in aanraking komen op allerlei manieren. Gebrek aan werkelijkheidsnabijheid kan het volgens mij niet zijn. Dit jaar heb ik ook meer dan ooit gemerkt dat er een mooi aanbod aan Nederlandse literatuur bestaat waar je jaren in kan verdwalen. Op dat gebied zijn er, denk ik, ook geen tekortkomingen. Ik hoop er bij het lezen van dit artikel achter te komen hoe dit komt, maar voor moeilijke vragen bestaat er zelden een simpel antwoord.


Stoffig, oubollig of onwetend

Wim Vandenbussche (VUB) zegt in dit artikel het volgende:

Toen een leerkracht Nederlands onlangs aan een groep zesdejaars vroeg wat het eerste was dat bij hen opkwam als ze aan taal- en letterkunde dachten, waren de antwoorden weinig bemoedigend. Sommigen noemden de studie stoffig, oubollig of saai, maar veruit de meesten konden helemaal niets bedenken. Ze bleken geen flauw idee te hebben van wat de studie inhoudt of wat je er later mee kunt (Peuteman, 2022, p.39).

Dit vind ik een erg vreemde constatering. Tegelijkertijd vraag ik me af wat hier aan de basis ligt. Komt dit doordat jongeren zelf niet genoeg onderzoek doen naar de mogelijkheden om in een talenrichting verder te gaan of worden zij van jongs af aan niet genoeg warm gemaakt voor taal en al wat daarbij komt kijken?


Vandenbussche gaat verder door te zeggen dat er twintig jaar geleden een verandering kwam in Taal- en letterkunde. Zo werd het mogelijk om twee talen uit verschillende taalgroepen met elkaar te combineren (bijvoorbeeld Nederlands – Spaans). Vandenbussche zegt dat de opleiding daardoor heeft ingeboet aan prestige en overzichtelijkheid. Mij lijkt dit een moderne keuze te zijn geweest. Je biedt mensen meer mogelijkheden om talen te leren waar ze door de huidige wereld gegarandeerd meer mee in aanraking komen dan pakweg een halve eeuw geleden. Maar als dit ten koste gaat van de kwaliteit van een opleiding, is dit het dan wel waard? Onze Waalse zuiderburen, die nog steeds het klassieke Romaanse – Germaanse systeem aanbieden in hun universiteiten, zijn alleszins een pak minder studenten kwijtgespeeld.


Schermpjes in de plaats van boeken

Professor Nederlandse taalkunde Marc van Oostendorp zegt dat de ‘ontlezing’ aan de basis ligt van het dalende aantal studenten. Vroeger wou een groot deel van de taalstudenten schrijver of journalist worden, maar door de digitalisering werd lezen minder populair, met als gevolg dat minder mensen deze beroepen ambiëren. In dit argument kan ik me wel vinden. Door het grote, wereldwijde net bestaan er veel mogelijkheden om aan vrijetijdsbesteding te doen. Volgens mij namen mensen vroeger sneller een boek in de hand, omdat dit soms ook tot één van de weinige opties behoorden om aan vrijetijdsbesteding te doen. Nochtans weet ik niet of de digitalisering automatisch betekent dat mensen minder in contact komen met taal. Nieuwsartikels, tijdschriften en opiniestukken hebben nog nooit dichter binnen handbereik gelegen als nu. De zuivere literatuur zal inderdaad minder gelezen worden, maar dat heeft plaats gemaakt voor zoveel andere manieren die je talige knobbels immens kunnen prikkelen.


Linken leggen

Om de opleiding aantrekkelijker te maken, moet er volgens academici heel wat veranderen. Beginnen willen ze met de link te leggen tussen de twee talen waarvoor studenten kiezen. Zo zouden ze het in de lessen moeten hebben over verschillen en gelijkenissen in literatuur, grammatica enzovoort. Dit is in mijn ogen een stap in de juiste richting. Wanneer je specialist wil worden in twee talen, is het alleen maar logisch dat je kan onderzoeken welke raakvlakken deze talen hebben. Ik denk ook dat dit de samenhang van de opleiding enorm kan versterken. Ikzelf vind het ook altijd immens interessant wanneer meneer Coesemans de link tussen het Nederlands en het Engels legt, en dat zeg ik niet eens om te flemen.


Verder dan het Belgenland

Het feit dat Nederlands bijna nergens ter wereld wordt gesproken, kan ook een factor zijn die mensen tegenhoudt om voor de opleiding te kiezen. Toch wordt er vergeten dat ook in Caraïbisch gebied, Indonesië en Suriname Nederlands wordt gesproken. Ook Afrikaans is een taal die kort bij het Nederlands ligt. Door meer in te zetten op dit multiculturele aspect, krijgt de studie een hedendaags tintje. In het artikel wordt ook verwezen naar het ‘witte perspectief’. Veel literatuur is vanuit een wit en mannelijk standpunt geschreven. De studenten van vandaag herkennen zich hier niet meer in. Hier sluit ik me ook bij aan. Als je de opleiding wil opentrekken naar de bredere wereld, zorg dan voor een aanbod waar de jongeren van vandaag zich in kunnen herkennen.




Literatuurlijst

  • Peuteman, A. (2022, 13 april). Waarom zou je Nederlands studeren? Niemand wil nog journalist of leraar worden. Knack, 52, 39–41.





16 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


Post: Blog2 Post
bottom of page